Othertongue is eenvoudig. Bijvoorbeeld: OT heeft een beperkte vocabulair. Aan de andere kant heeft OT onbeperkte combinatiemogelijkheden, zeker met prefix(e)s en suffix(e)s. Bijna elke combinatie die begrijpelijk is is toegestaan. De gemeenschap van gebruikers bepaalt of een combinatie ingeburgerd raakt.
Othertongue is heel gestructureerd en regelmatig. Er zijn enkele eenvoudige regels in OT:
Geen lidwoord, tenzij
- er een nadruk op ligt: dé
- als er sprake is van een veralgemening: een (of andere)
Geen geslacht
- Vrouwelijk is via prefix of suffix
- Mannelijke vorm van een woord ook via prefix of suffix
Geen vervoeging
- Er is geen vervoeging of verbuiging bij actions. Dat betekent dat het ovject niet verandert met het onderwerp of aantal.
- Er is geen verbuiging van een theing,; deze is onafhankelijk van de functie in de zin. Hoewel elk ovject een meest gebruikelijke taalkundige functie heeft kan men die voor diverse andere functies gebruiken. Bijvoorbeeld: het ovject ‘exit’ kan een ‘theing’ (uitgang) zijn, maar ook een ‘action’ (weggaan).
Flexibiliteit met props
- Een prop kan voor of na een theing of action geplaatst worden
- Een theing of action kan nader gespecificeerd worden met een foto, een filmpje of een geluid …
Er zijn alleen positieve woorden
- Negatieve woorden maak je met prefixs ‘un-’, ‘mal-‘, ‘dis-‘, ‘not-‘, etc.
Vragende zinnen
De volgorde van vragende zinnen is dezelfde als stellende zinnen. Het is voldoende om een vraagteken achteraan een zin te zetten.Voor de analogie met Engels mag men evenwel ‘to do’ gebruiken. Ook mag men zowel voor- als achteraan het vraagteken gebruken, zoals in het Spaans.
Gebiedende wijs
Een uitroepteken maakt een zin gebiedend. Deze kan ook extra aan het begin van de zin geplaatst worden.